Naked – Klassieke kunst ont(k)leed

Ze deden hun best het gesprek naast hen in de treincoupé niet af te luisteren. Dat  was moeilijk, want de studenten van de klassieke academie spraken enthousiast en luidruchtig over de tentoonstelling in het Rijksmuseum die ze net hadden bezocht. Bovendien hadden ze schetsboeken bij zich met spannende anatomische studies die ze elkaar toonden.

Uiteindelijk kon een van de duidelijk niet-Westerse dames zich niet langer bedwingen. ‘Neem me niet kwalijk’, sprak ze zacht, met een vragende blik in haar ogen. ‘Ik hoorde jullie praten en ik zou zo graag antwoord hebben op een dringende vraag: waarom schilderen klassieke kunstenaars toch zo veel blote mensen?!’

Het antwoord bleef in de lucht hangen bij het naderen van het volgende drukke station met veel heen- en weergeloop tussen de gangpaden.

 

‘Wat versta jij eigenlijk onder klassieke kunst?’ vroeg ik van de week aan mijn praktisch ingestelde man die zowat alles kan, maar met een verfkwast liever een kozijn strak verft dan een stilleven op een doek zet. Hij schoot in de lach en reageerde spontaan met: ‘Nou ja, allemaal schilderijen met blote mensen en wat bolle engelen die vanuit een hoek daarnaar kijken, zo van: Zie ik dat goed?!’

Op mijn verbijsterde blik vulde hij verontschuldigend aan met: ‘Jij kwam toch ook altijd met stapels werkstukken vol blote mensen thuis toen jij nog aan de academie studeerde?’

 

Inderdaad! Dat laatste had hij goed gezien: er werd op de opleiding vooral naar waarneming geschilderd. En de modellen waar wij naar keken en onze anatomische studies op baseerden, poseerden meestal ongekleed. Tijdens de basisscholing werden er zelfs uitsluitend modellen getekend, geen stillevens, landschappen of iets anders. Alles draaide om het naakt en om de menselijke anatomie. Eigenlijk had ik me ook wel eens afgevraagd waarom dat nou zo was. Het was al lastig genoeg om te leren tekenen en waarom begonnen we nu met het allermoeilijkste onderwerp: naakte mensen?

 

 

Een antwoord op die vraag vond ik in mijn bestudering van de kunstgeschiedenis. Hieruit kwam ik het volgende te weten:

 

De wortels van de Europese beschaving liggen in de kunst en de cultuur van het oude Griekenland vanaf circa 500 v. Chr., overgaande in het Romeinse Rijk. Er was grote aandacht voor natuurgetrouwheid in de afbeelding, ruimtelijkheid en een nadruk op mooie stille poses van de personen die werden geschilderd. Men legde zich toe op een sierlijk geschilderde (of gebeeldhouwde) plooival in de kleding die de vorm van het lichaam accentueerde en het gevoel van beweging benadrukte. Hierbij werd gestreefd naar een ideële schoonheid: de geschilderde wezens (mensen of goden) werden als rolmodel neergezet, waarbij alle onderdelen volgens ideale maatstaven hun vormen en proporties meekregen. Uit deze klassieke tijd stamt ook het geïdealiseerd weergeven van het mannelijk naakt als de hoogste vorm van jeugdige schoonheid.

 

Veel Grieken beschouwden zichzelf als verheven boven de rest van de mensheid. En de mensheid beschouwde de Griekse meesterwerken vervolgens als norm en maatstaf die als uitmuntend voorbeeld golden voor alle (ook latere) kunstuitingen die tot een hogere klasse behoorden. Dit werd met een Latijns woord classis genoemd. Tegenwoordig gebruiken we het woord klassiek.

 

Na de val van het Romeinse Rijk kwam er een einde aan de invloed van de Klassieke Oudheid en begon de periode van de Middeleeuwen die ongeveer duizend jaar duurde. En daarna, tijdens de Renaissance (in de 15e en 16e eeuw), begon men zich weer opnieuw voor de normen van de Klassieke Oudheid te interesseren.

Er werd nu eveneens vanuit wetenschappelijke inzichten een schoonheidstheorie ontwikkeld. Deze was niet alleen gebaseerd op het werk van de klassieken, maar ook op de wetten van de natuur, zoals bijvoorbeeld de ontdekking van de werking van het perspectief. Dit had tot gevolg dat de kunsten zich weer gingen ontwikkelen tot eenzelfde artistiek niveau als in vroeger tijden. 

En bloot was weer in de mode.

 

Ook nu is er sprake van een hernieuwde belangstelling voor de klassieke kunst. Tijdens het onderwijs hierin wordt grote nadruk gelegd op het anatomisch en perspectivisch correct leren tekenen en schilderen van ongeklede modellen. In de Griekse tijd vond men het zeer ongepast om vrouwen ongekleed uit te beelden. Tegenwoordig poseren zowel mannen als vrouwen.

 

Er is wel een verschuiving in de kunstvisie opgetreden. Deze begon ongeveer vanaf de Eerste Wereldoorlog. Men heeft nu niet alleen waardering voor de perceptuele kunst (= dat wat het oog waarneemt, het beeld), maar ook in toenemende mate voor conceptuele kunst (= dat wat de geest kent, het idee).

 

En nu kijken we dus anders naar blote mensen, minder visueel, meer vanuit een concept, vanuit het idee van vrijheid en weg-met-het-keurslijf. Behalve als je aan een klassieke kunstacademie studeert natuurlijk, dan let je op anatomie, vorm en proportie.

[omhoog]