Fire - Met passie creëren

Aantrekkelijk en spannend is dat: de geur en kleuren van olieverf en schildersmedium. Ze voeren je naar een creatieve wereld vol ontdekkingsmogelijkheden, waar je met simpele middelen en enkele basistechnieken grootse dingen kunt scheppen.

De eerste keer dat ik met een paar kleuren verf een portret maakte dat leek te leven, zal ik nooit vergeten. Het was een aparte sensatie en deed me denken aan de vuur-scène van acteur Tom Hanks in de speelfilm Cast away:

 

Als schipbreukeling aangespoeld op een eiland in de Stille Oceaan maakte hij na enkele wanhopige en vergeefse pogingen eindelijk een echt levensreddend warm vuur. Vanuit zijn tenen klonk de triomfantelijke kreet: I made fire! In zijn eentje had hij het voor elkaar gekregen om een vurige, vlammende oerkracht te genereren met niet meer dan wat droge houtjes, veel wrijving en een overspringende vonk. In volle overgave danste hij in zijn scheppersroes rond zijn eigengestookte vuur.

 

Dat gevoel had ik toen ik mijn eerste portret tot leven zag komen en concludeerde dat het ‘goed’ was: weliswaar niet perfect, maar het klopte, het raakte me en ik had even het gevoel dat ik dichter bij het wezen van God als schepper was gekomen. Het portret was in essentie in overeenstemming met de afgebeelde persoon, maar ook met iets eigens erin. Zou Hij zich indertijd ook zo hebben gevoeld toen hij de eerste mensen schiep, vroeg ik mij onwillekeurig en misschien enigszins kinderlijk af. Zou Hij ook zo triomfantelijk en blij zijn geweest over iets wat Hij helemaal zelf had gemaakt, over iets wat ging leven en ‘goed’  (tof)  was, iets wat in overeenkomst was met zijn idee erover en toch ook met iets eigens erin?

 

 

Verhalen uit mijn jeugd

Als kind had ik de scheppingsverhalen vaak gehoord. Mijn moeder las na het avondeten uit de bijbel voor en op school kreeg ik er verder onderwijs over: in zes dagen schiep God hemel, aarde, planten, dieren en mensen en op de zevende dag rustte Hij en daarom mocht ik op zondag ook nooit werken, maar mochten we alleen uitrusten en spelen (maar niet al te luidruchtig want voor de buren was het ook een rustdag).

In het weekend schilderde mijn vader mooie portretten en hing de geur van verf en medium in huis.

Pas na mijn veertigste stapte ik een atelier binnen voor mijn eerste schilderlessen. Het was een gevoel van thuiskomen. De geuren en kleuren waren vertrouwd, er hing de toegewijde warmte en rust van gemotiveerde kunstenaars. Iedereen die even opkeek van het werk had een glimlach om de mond en een pretlichtje in de ogen.

Het duurde nog tot mijn 56e tot ik naar de Klassieke Academie voor Beeldende Kunst in Groningen ging om me  fulltime in het kunstschilderen te gaan bekwamen.

In de tussentijd volgde ik een wetenschappelijke opleiding aan Universiteit Utrecht in literatuurwetenschap, theologie en geestelijke verzorging. Daar kreeg mijn liefde voor verhalen over God en mensen verdere voeding en verdieping. Ik vond er antwoorden op levensvragen en toen had ik eindelijk de rust en de tijd om verder te gaan met schilderen.

 

Fire

Er zijn duidelijke overeenkomsten tussen het schrijven van een verhaal en het schilderen van een portret. Dat heeft vooral te maken met technische vaardigheden, zoals compositie, toon, perspectief, ritme en kleur. Zowel in woorden als met een beeld kun je een portret van een mens neerzetten.

En er is nóg een overeenkomst die mij enige tijd aan het denken zette. Die overeenkomst ontdekte ik dankzij een filosofisch betoog van de wijsgeer/theoloog Augustinus: iets in ons als schepper van een verhaal of van een portret weerspiegelt het wezen van God. Dat iets is mijn scheppende vermogen. Immers, zo schrijft hij bedachtzaam in zijn boek Belijdenissen, in het allereerste bijbelverhaal lezen we wel dat God alles schiep en de mens naar zijn eigen beeld formeerde, maar hoe Hij eruit ziet komen wij niet te weten. Het enige dat het verhaal ons vertelt is dat God schiep. Zou dat misschien het goddelijke beeld in ons zijn: het scheppende vermogen?

 

Het was dus helemaal niet zo gek dat ik me dolgelukkig voelde toen ik een echt portret had gemaakt. Dit portret had een diepe snaar in mijn kunstenaarshart geraakt, daar was iets gaan trillen van wat God zelf dus in mij als mens had gelegd: het scheppende vermogen.

Eenzelfde geluksgevoel had ik al eerder ervaren, bijvoorbeeld toen ik mijn kinderen had gebaard – hoe wonderlijk was dat om mee te maken, zomaar een kindje tot leven zien komen, uit en door jou heen.

En vaker had ik vergelijkbare vreugdemomenten gekend: bij het inzaaien en later zien opkomen van planten in de tuin; van het maken van een goedgerezen cake uit simpele ingrediënten als boter, suiker, eieren, zout en meel...

Momenten van vreugdevuren in mijn hart: fire!

[omhoog]